Beste "Twaalf aanhangers",
er staat een merkwaardig oorlogsverhaal in de Bijbel. De joodse leider Gideon moet een aanval op de vijand gaan voorbereiden, maar God zegt tegen hem dat zijn leger te groot is. Te groot! Gideon krijgt de opdracht om iedereen die bang is voor de strijd naar huis te sturen, waarop 22.000 mannen het strijdtoneel verlaten – ruim twee derde van Gideons strijdmacht. God is echter niet tevreden, want het moet nóg minder. Gideon moet zijn manschappen nu laten drinken uit de rivier en daar een extra selectie uitvoeren. Iedereen die het water met de tong oplikt, blijft in het leger. De rest moet alsnog naar huis worden gestuurd. Gideon blijft dan zitten met een legertje van driehonderd mannen die er allemaal een wat vreemde drinkgewoonte op na houden. Met hen gaat hij de oorlog winnen.
Wil je een succesvolle beweging starten, let dan op dit verhaal, waar onze uitdrukking ‘gideonsbende’ vandaan komt. Het schijnt een sociologisch principe te zijn dat een groepering succesvoller is als je met een kleine club zeer toegewijde, specifieke deelnemers begint. Geef dat groepje mensen vervolgens een heldere identiteit – een ‘wij’ dat scherp is afgegrensd tegen het ‘zij’ van de buitenwereld. Zorg ten slotte voor radicaliteit: een succesvolle beweging maakt het de leden niet makkelijk, maar eist veel toewijding van hen.
De evangelische wereld heeft al die succesfactoren goed geïmplementeerd. Dat lijkt een van de redenen te zijn waarom deze beweging minder onder de ontkerkelijking lijdt dan traditionelere kerken. Evangelische gemeenten komen niet samen in kathedralen waar je vrijblijvend kunt opgaan in een groot collectief, maar zitten vaak in aula’s, buurtgebouwen en gymzalen waar geen bezoeker onopgemerkt binnenkomt. Daar word je van toeschouwer tot deelnemer gemaakt en per saldo levert dat meer betrokkenheid en groei op.
[Hieronder vertel ik in een video hoe het verderging met Gideon, tekst gaat door onder het plaatje]

Het principe van een gideonsbende is universeel. In de Bijbel komt het vaker voor dat een kleine groep strijdbare mensen in staat is om bergen te verzetten. Het bekendste voorbeeld is Jezus’ beslissing om slechts twaalf leerlingen om zich heen te verzamelen – maar wel leerlingen van wie hij absolute toewijding vroeg. In onze populaire fictie zijn gideonsbendes ook alomtegenwoordig: in verhalen als Band of Brothers en The Lord of the Rings is er een epische strijd gaande waar het lot van de hele wereld van afhangt, maar wij volgen steeds een close groepje dappere strijders. Het zou kunnen dat dit een manier van werken is die wij biologisch hebben overgeërfd: toen wij nog als jagers-verzamelaars leefden, trokken we rond in groepen van op z’n hoogst enkele tientallen. ‘Hoe meer zielen, hoe meer vreugd’ is in de meeste gevallen onzin: de wereld verander je met fanatieke fellowships, niet met logge menigten.
[tekst gaat verder onder plaatje]

Dat was een stukje uit hoofdstuk 3 van mijn boek 'God en ik'. Het verklaart mogelijk dat Jezus een niet al te gigantisch clubje leerlingen om zich heen had verzameld.
De vraag die je stelde werd trouwens in Jesus Christ Superstar ook al gesteld, en wel door de held van de musical, Judas:
'You'd have managed better
If you'd had it planned
Now why'd you choose such a backward time
And such a strange land?
If you'd come today
You could have reached the whole nation
Israel in 4 BC had no mass communication'
Maar goed.
Daar zit ik dus met m'n 5.000 twittervolgers. Maar zijn dat discipelen? Ik twijfel tussen 'gelukkig niet' en 'dat had ik gewild'. Nee, dat is meer publiek, of het zijn vrienden of vage kennissen, of mensen die eens per jaar eens Twitter openen en zich dan afvragen hoe het komt dat ze mij daar volgen.
Dat soort volgelingen had Jezus ook wel, want hij moest met enige regelmaat naar een boot of een berg vluchten omdat er te veel mensen om hem heen hingen die iets van hem wilden. Grote massa's bereikte hij dus wél. Net als ik, als je ze alle 5.000 serieus neemt. Alleen besefte hij dat je er daarmee niet bent. Hij wilde daarnaast een gideonsbende, een dozijn vrienden dat in zijn naam de wereld zou veranderen in plaats van alleen maar voor hem te klappen.
En die twaalf... Die heb ik dan weer niet. Deed Jezus toch beter, dan. Al zat er wel één verrader tussen, bij hem; revolutie komt, net als vriendschap, niet zonder prijskaartje.
|
|