VeertigVragen #28. Waarom niet in één keer goed?
Beste <<Naam>>. Tijdens de Vastentijd behandel ik elke dag een vraag van een lezer. Vandaag vragen we ons af of het allemaal niet wat sneller en beter kon, hier op aarde.
"Waarom nam God de omweg van zondeval en verlossing, als het einddoel toch een volmaakte, nieuwe hemel en aarde is en het dus prima mogelijk is om in een keer een wereld te verwerkelijken die 'goed' is, zonder zonde, pijn, keuzevrijheid en met liefde, leven, vreugde, enz."
|
|
Beste "Snellere weg",
of het prima mogelijk is om een wereld te verwerkelijken die én goed is, én geen keuzevrijheid kent, daarover verschillen wij misschien van mening. Het wordt allemaal wat mechanisch en robotisch zonder keuzevrijheid, toch? Al heb jij weer gelijk dat er wel degelijk een samenhang bestaat tussen onze keuzevrijheid en veel kwaad op deze wereld. Daarvoor hoeven we echt niet helemaal terug naar Eva en d'r appel: onze keuzen maken elke dag een stukje paradijs kapot.
Achter jouw vraag
proef ik een vooronderstelling waar ik graag iets tegenover wil zetten. De Bijbel wordt soms gelezen als een boek dat gaat over de eeuwigheid. Een boek dat gaat over een begin, lang voordat de mensheid er was, ergens in de hemel of in wat er ook maar was voordat er een hemel bestond: een oervloed. Daar zit God plannen uit te dokteren. En dat eindigt dan uiteindelijk in een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar we als het goed is allemaal naar onderweg zijn. God werkt die richting op, maar niet zonder de nodige omwegen. Die beschrijf je al: zondeval, verlossing. Zonde, pijn, Christus, kerk, en alles weer opnieuw.
Het probleem is volgens mij dat de Bijbel daar niet over gaat.
Ja, of slechts een handjevol bladzijden van de vele honderden. De Bijbel is geen boek dat geschreven is zodat wij eens even gingen zitten meedenken met God, meekijken met diens grote eeuwige raadsbesluiten, en zouden doorgronden hoe dat nou allemaal werkte met die aloude universele kosmische plotwendingen.
De Bijbel gaat over ons, hier beneden.
De Bijbel omschrijft de hof van Eden, zodat wij ons niet al te verloren zouden voelen op de wereld. Je wordt hier geboren en je ziet overal om je heen gebrokenheid, je ziet dat mensen elkaar niet kunnen vinden, je voelt pijn en ervaart ziekte of gemis of angst. In essentie is de wereld goed, zegt de Bijbel dan. Kijk maar: er was een God die dag na dag alles gaf om hier een prachtig leefbare plek van te maken. Ga in vrede en vertrouwen deze wereld in. In de wetenschap dat mensen beelddragers van God kunnen zijn, dat de natuur je welgezind is en geen willekeurig product van chaotische machten.
De Bijbel omschrijft een zondeval, omdat de Bijbel een boek is dat gaat over het leven van nu. Iedereen op aarde is nog geen tien jaar oud of zhij heeft ervaren: het is hier geen paradijs. Op een of andere manier hebben we een notie van perfectie, van hoe het zou moeten zijn, en ontdekken we heel vroeg dat het leven anders in elkaar zit dan we zouden willen.
'Dat klopt', zegt de Bijbel dan op bladzijde drie. 'Kijk maar, het paradijs waarvan je droomt is geen realiteit voor de mensen van vandaag. De poorten zitten dicht, de tuin is ontoegankelijk en het is ons lot om ons te verspreiden over de wijde wereld, met een chronisch vleugje heimwee in ons hart.'
De Bijbel omschrijft een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, omdat dat ons helpt om hoopvol door het leven te gaan. Het is onze heilige plicht om uit te blijven spreken dat er een mooie toekomst kan gaan komen. Dat mensen elkaar zullen zien, verstaan, liefhebben. Dat pijn en dood niet meer alles zullen kunnen overstemmen. Die nieuwe hemel en aarde zijn er niet zodat wij als wetenschappers, of als dogmatici of detectives kunnen ontdekken hoe de nabije dan wel verre toekomst eruit zal zien. Ze staan beschreven in de Bijbel om ons nú te helpen aan uitzicht.
We moeten niet willen
plaatsnemen op de troon van God. Dat is een beetje een vrome dooddoener, maar het advies is er niet alleen omdat het oneerbiedig zou zijn om voor God te denken. Van mij krijg je het advies vooral, omdat het je niets vooruit helpt om na te denken over zaken die je verstand eeuwig te boven gaan.
Hoe langer ik met mijn hoofd in de hemel zweef, hoe minder ik kan aarden op deze aarde. Hoe minder tijd ik heb om opzij te kijken, naar de concrete gevolgen van die zondeval (is mijn liefdevolle betrokkenheid nog ergens nodig?). Om naar mijzelf te kijken, in mijn levensreis van 'in zonde geboren mensenkind' naar 'verlost kind van God', wat die grote termen ook mogen betekenen.
De Bijbel is er om ons te wijzen op onze verantwoordelijkheid nu,
niet op Gods verantwoordelijkheid in de tijdloze eeuwigheid.
Nam God geen omweg?
Er zit een waaromvraag achter. Is dat nou nodig, alle pijn, alle zonde, alle vernietiging die de aarde en de mensen en dieren moeten doormaken in deze eeuwigheid tussen twee paradijzen in?
Dat weten we niet.
Ik zou kunnen zeggen dat er geen serieus paradijs mogelijk is zonder dat mensen het lijden eerst hebben gekend. Misschien klopt dat ook wel, of misschien vind je het slap.
Wat we met zekerheid weten, is dat we nu hier zijn. En dat het hier niet perfect is. De vraag aan ons is: wat gaan we ermee doen en wat gaan we eraan doen?
Ik las in deze Veertigdagentijd het boek van Viktor Frankl, de psychotherapeut die Auschwitz en meer kampen overleefde. Zelfs in de vreselijkste omstandigheden, zegt hij, zijn er twee soorten mensen. Mensen die onbeschoft zijn en mensen die waardig zijn. Er zijn kampbewakers geweest die min of meer fatsoenlijk waren. Er zijn gevangenen geweest die met het Sh'ma of het Onze Vader op hun lippen het kamp betraden. Er zijn er ook geweest die de ellendige situatie waarin zij zaten nóg erger maakten door hun onbekwaamheid om zinnig in het leven te staan. Dat laatste is de kunst, zegt Frankl. Dat je zin vindt te midden van het lijden dat nu eenmaal een feit is.
In de concentratiekampen waren er volgens Frankl mensen die zich dagelijks bezig hielden met het nieuws over de oorlog. Begrijpelijk, want hoe sneller de strijd is uitgevochten, hoe sneller je misschien bevrijd wordt. Maar er kwamen elke keer tegenstrijdige berichten binnen. Gevangenen konden simpelweg niet overzien waar het front was, waar het heen ging, welke partij sterker was. Daarom noemt Frankl dit gedrag niet zonder gevaar: zolang zij zich daarmee onledig hielden, werden ze onrustiger en konden ze hun dagelijks leven in het kamp eigenlijk minder goed aan.
In jouw vraag
is de wereldgeschiedenis bijna een gevangenschap tussen twee paradijzen in, zoals de kampen een gevangenschap waren tussen twee perioden van vrede in.
Net als jij heb ik geen idee hoe ver het paradijs van ons verwijderd is. Waarom we er nu niet zijn. Of we echt uit een hof van Eden komen. Wanneer er nou eindelijk een nieuwe hemel en een nieuwe aarde komen.
Maar ik kan je wel een richting wijzen om naar te kijken: niet te vaak naar speculaties, niet te vaak naar de verre toekomst of een vaag verleden. Wel naar het nu. Vind zin in het leven hier, en geef niet te veel ruimte aan kwesties die jou daarvan af proberen te houden.
Dat paradijs, dat komt nog wel.
|
|
|
|
|