Copy
View this email in your browser

VeertigVragen #16. Hoe menselijk is God?

Hallo <<Naam>>! Tijdens de Vastentijd behandel ik elke dag een vraag van een lezer. Stel jouw vraag hier, er is nog ruimte! Vandaag: het menselijk spreken over God.
 

"Is het hoogmoed om menselijke emoties op God te projecteren?"

Hallo "Antropomorfisme", 

zo heet dat - antropomorf. Uit 't Grieks geleend woord voor 'mensvormig'. 

Je komt er talloze tegen in de Bijbel. God heeft bijvoorbeeld neusgaten en handpalmen in de Hebreeuwse heilige teksten. En honger, want hij eet graag bij Abraham. God is verder een herder, een vader, heeft zijn volk gebaard, nu ja, je begrijpt het punt zo langzamerhand.

In de tijd dat het Bijbelse geloof tot stand kwam, hadden goden vaak menselijke of dierlijke beeltenissen. Over die godenbeelden kun je lezen in een eerdere editie van deze e-mails: 'Is God echt de eindbaas?'. Daar zei ik dat de goden vaak ruzie hadden, of overspel pleegden of jaloers waren of van elkaar stalen. Net als mensen. Daarvan is het recente boek Mythos een populaire hervertelling.

[tekst gaat door onder het plaatje]
Je krijgt de indruk, als je de Hebreeuwse Bijbel leest, dat God daar zeker in de vroege verhalen ook wat trekjes van heeft. Hij loopt nog rond in de hof van Eden, met Henoch, met Abraham, en gaandeweg zie je 'm door de verhalen heen steeds minder vleselijk worden en steeds verhevener. Een beetje de evolutie van het spreken over God. We ontgroeiden de kleien godsbeelden en gingen abstracter denken over de Allerhoogste, als je dat zo mag zeggen.

Toch blijft het lastig. Spreken over God en tegelijk proberen menselijke trekjes te vermijden. 
Een grappig hoofdstuk in dit kader is 1 Samuel 15, waar Samuel zegt:
'want Hij is geen mens, dat Hem iets berouwen zou.'
Maar drie verzen later staat er:
'en het berouwde den HEERE, dat Hij Saul tot koning over Israël gemaakt had.'
Sja. Je komt er nooit helemaal uit, zonder mensvormigheid. 

[tekst gaat verder onder het plaatje]

 

Iedereen snapt

dat we het niet écht over fysieke neusgaten hebben, als we het hebben over de neusgaten van God. Maar je hebt het in je vraag over emoties. Hoe werkt dat precies, spijt van God, of boosheid van God, of verdriet? Nou, het kan geen kwaad om je te realiseren dat dat soort aanduidingen van emoties net zo goed iets metaforisch hebben. Gods liefde is iets anders dan mijn liefde, godzijdank. Zo ook met haar woede, haar jaloezie, haar vreugde.

Maar goed. We hadden het over de evolutie van het spreken over God - hij wordt steeds minder een mannetje van hout en klei en steeds meer een transcendente of immanente geest. Dat brengt je op den duur op een scharnierpunt in je religieuze ontwikkeling. 

Op een dag rijst de vraag: is God een persoon of een onpersoon? 

Huub Oosterhuis blijft altijd over een 'gij' of een 'jij' dichten, terwijl zijn voormalige componist Bernard Huijbers daar op een gegeven moment helemaal klaar mee was. Die wilde over 'Het Al' zingen, ofzo. Iets minder mensvormigs, iets abstracters en verheveners dan dat persoonlijke godsbeeld.

Ik volg in dezen de insteek van Oosterhuis. Net als iedereen begrijp ik dat elke vergelijking tussen God en mens veel planken misslaat. Taal zit er nog als extra barrière tussen - wat kan taal veel platslaan, ook. Zeker in eenvoudige hedendaagse Bijbelvertalingen wordt van God soms een soort kleuter gemaakt, zulke simpele emoties heeft ze daar ineens. 

Maar het andere uiterste, het vermijden van menselijke woorden omdat je God er te groot voor vindt, maakt van God een puur onpersoonlijke kracht en dat strookt niet met de christelijke traditie. De christelijke traditie accepteert alle abstracties die je jezelf maar wilt toestaan in je spiritualiteit - prachtig. Maar als ultiem beeld van God zetten ze een eerste-eeuwse rabbi uit Nazareth neer. Eentje die vis at, emotioneel raakte, bloedde en zweette en bang was. Hoe concreet, menselijk, #antropomorf wil je het hebben?
 

Is het hoogmoed,

vraag je.

Ja, het is grote hoogmoed. De Bijbelschrijvers bedienden zich echter ook van zulke hoogmoed. Ook Jezus sprak weleens over God terwijl hij menselijke metaforen gebruikte. Het is de enige manier. 

Noem het een noodzakelijke zonde, het menselijk spreken over God. Anders kun je namelijk helemaal niet, of net te arm over hem/haar/het (daar gaan we al!) spreken. 

Dus blijf het lekker zo doen, en blijf al doende steeds beseffen: het woord dat ik nu gebruik om God aan te duiden dekt hoogstens half de lading.

Goede zondag. Tot maandag!
Steun deze serie, bepaal zelf wat je betaalt
Betaal voor mijn thee terwijl ik dit schrijf (tikkie 1 euro)
Stel zelf een vraag
Copyright © 2019 Vreemd Geluid, All rights reserved.


Want to change how you receive these emails?
You can update your preferences or unsubscribe from this list.

Email Marketing Powered by Mailchimp