Op 23 juni j.l. sprak Johannes Stüttgen in ‘100DagenBeuys’ over ‘Europa en de Directe Democratie’. Hij zei: “Directe Democratie en Europa zijn in feite niet van elkaar te scheiden. Een tweede punt is dat de problemen die nu op ons af komen alleen met kunst te maken hebben. We hadden een beperkt kunstbegrip maar nu komen we eindelijk bij de toekomstige kunst terecht. Belangrijk is te begrijpen, dat het echte kunstbegrip eindelijk wakker wordt.”
“Grote kunstwerken hebben iets overeenkomstig, ze hebben iets van de toekomst in zich. Ook oude kunst heeft altijd nog een oorsprong waaruit we iets voor de toekomst lezen kunnen, het zijn energie leveranciers. Ze dragen een geheim in zich, dat je niet kunt interpreteren. Door verklaringen te geven, maak je de inhoud dood. Kunst stijgt altijd boven de tijd uit. Je staat voor een kunstwerk als een kind. Je beleeft een kunstwerk als een kind. Er komt uit de toekomst iets naar je toe.”
“Het is alsof het vloed wordt en je ontkomt niet aan die stijging van het water. Die samenhang tussen eb en vloed beleven we nu, maar we hebben nog niet door wat er op ons afkomt. Ik geloof dat we op een weg zijn die gevaarlijk is. De grootste ziekte in de natuur is dat wij verschrikt en versteld staan, maar niet doorhebben. Waar we naartoe gaan is iets heel moois. De mens komt voortdurend dichterbij het menszijn. Iets heel erg groots komt op ons af en wij hebben er geen idee van. Maar tegenwoordig is iedereen een specialist. Die deelname van iedereen in het denkproces is iets nieuws. We gaan met elkaar in dialoog. Daarom moet je zeggen: Het kunstbegrip zien we nog niet innerlijk. Alleen van binnenuit kun je het begrip kunst omvatten. De geïnstitutionaliseerde religie is opnieuw uitgeschakeld, want de huidige ziel gelooft niet meer, door het materialisme zijn we aan het eind van het geloven gekomen. De regeringen, de techniek, het gaat allemaal een doodlopende weg in. De noodzakelijkheid van regeringen zou ik graag achter me laten. We hoeven alleen maar mens te zijn. Van binnen uit weten we wat moet komen. Het zelfbestuur moet nu komen. De kunstenaar weet ook niet wat hij maakt, hij weet niet hoe het eruit moet zien, maar daarom moet hij het maken.”
“In het eerste semester met Beuys heb ik begrepen wat hij zei, daarvóór kon ik het niet begrijpen. Ik vroeg hem: Waarom glimlacht de Mona Lisa?” Beuys zei: “De Mona Lisa glimlacht omdat ze méér weet dan Leonardi.”
“Europa ligt in de toekomst besloten. Wij hebben een probleem: Europa is iets heel moois, als we elkaar niet altijd de hoofden inslaan. Met Europa verbinden we ons in warmte en liefde met elkaar. Nu is alles: Ik eerst! Dat kan niet meer. We willen alles door macht bereiken, maar democratie kan niet met macht gemaakt worden. De democratie heeft de macht terug gedrongen. In Rome kwam het ego in het spel. In Rome ging het niet om democratie, het ging altijd om strijd, tot Augustus komt, die vrede brengt en zegt: ‘Mijn rijk is niet van deze wereld. Mijn rijk is een onzichtbaar rijk dat niet met macht verbonden is.’ Dat geldt voor alles, voor vrijheid, voor Europa, voor economie en voor de toekomst. Hoe is het mogelijk om voor de vrijheid van anderen de eigen vrijheid voor te laten gaan. De Latijnse methode is ten einde. Hoewel de nieuwe taal al in ons is, kunnen we die taal nog niet spreken. Het kernpunt is dat wij met macht niet meer verder komen. Daarmee is alles opgelost. Zo kan de partijendictatuur overwonnen worden. Het gaat nu om democratie.”
“We waren met de Omnibus für Direkte Demokratie ook in Parijs, ‘Vrijheid, Gelijkheid en Broederlijkschap’. Directe Democratie betekent: ik wil zelf bestemmen. Iedereen heeft een stem, dat is de basis. Bij politieke patijen komt mijn stem in de handen van een andere persoon. We kunnen nieuwe monetaire wetten in de opleiding aan scholen onderwijzen. Het tweede punt is dat wij de dieren lotgenoot maken in onze manieren van leven. Ik teken een paardenhoofd dat in de toekomst kijkt. Paarden kunnen door ons heen kijken. Het paard ziet de kunst in mij. U zult ervaren dat een paard altijd een treurigheid in zijn manier van kijken heeft.”
“De ecologie moet economie worden. Ik vind dat denken kunst is. Aan kunst kun je niet geloven. Het einde van de religies is een feit, omdat we het geloof noemen. Geloven heeft nu echt geen zin meer. Je beleeft innerlijk een toenadering. Begrippen zijn namen, geen realiteiten. We moeten de namen steeds meer wegwissen, afbouwen en innerlijk herschapen.”
“We zijn op dat spoor en mensen moeten meer vertrouwen in de veronderstellingen brengen, dan wordt het kunst. Beuys noemt dat: ‘Ieder mens is kunstenaar.’ Als je kunst beleeft moet je je op je eigen innerlijk verlaten. De kunstnaar is het bijzondere in de mensen. Kunst is het allerkleinste, het allesubtielste. Kunst kan de gaatjes opvullen, die de religies achtergelaten hebben.
In de economie moet het gebeuren. De verandering van ons geldbegrip is het meest juiste. We moeten democratie in de economie brengen dan worden we een wereldrijk. Dan hebben we weer creativiteit. Laten we de volgende kaar over economie praten, over hoe economie en democratie samenwerken.”
De volgende keer dat is nu, morgen, zaterdag 28 juli 2018.
Johannes Stüttgen is geboren in 1945. Hij studeerde van 1966 tot 1971 bij Joseph Beuys aan de Kunstacademie in Düsseldorf, was in 1967 betrokken bij de oprichting door Beuys van de Duitse Studenten Partij, hij was mede-oprichter van de Organisation für Direkte Demokratie durch Volksabstimmung en van 1980 tot 1986 leidde hij de Free International University FIU van Joseph Beuys. Sedert 1987 geeft hij leiding aan de Omnibus für Direkte Demokratie, die eind juni op de Vrijhof in Ferwert stond. Hij houdt al jaren elke week ‘kringgesprekken’ over het Verruimde Kunstbegrip en maatschappelijke veranderingen die nodig zijn om de toekomstvisie van Joseph Beuys te introduceren.
|