Valse honden
‘Hela, waren jullie foto's aan het maken?’ roept een vrouw in huishoudschort. Ondanks haar geringe postuur komt ze intimiderend over, maar al snel ontdooit Beatrix. Ze verhuisde 35 jaar geleden naar Catarredor, één van de 27 schistdorpen in centraal Portugal. Ooit woonden er 600 inwoners in de Aldeias do Xisto, streng stenen dorpjes met nauwe, steile straatjes. Taaie bergbewoners leidden een moeizaam bestaan met al even taai in kleipotten gestoofd geitenvlees en uit honingraten gestookt vuurwater, aguardente.
Halverwege de 20e eeuw liepen de dorpen één voor één leeg. Dorpelingen namen de kronkelweggetjes door het Serra da Lousã naar steden met meer voorzieningen, zoals het nabijgelegen Coimbra. Niet meer dan een handvol bewoners bleef achter tussen de tot ruïnes vervallen huizen.
Geen enkel Portugees VVV dat je een bezoek aan Catarredor zal aanraden. We kunnen de verleiding niet weerstaan. Het dorp heeft de reputatie te zijn opgebouwd uit gelijke delen schist, graniet en hasj. De dorpelingen hebben een slechte naam en vermeende valse honden moeten ons verder afschrikken.
Beatrix roept haar woest blaffende hond terug en vertelt: ‘Mijn kinderen groeiden hier in Catarredor op. Ze wonen nog altijd in een schistdorp vlakbij. Toeristen komen hier nauwelijks. Ze zijn welkom, maar dan wel toeristen die de tijd nemen.’ Hoe dat er dan uit moet zien? Beatrix haalt haar schouders op. ‘Dat weet ik eigenlijk niet. Aan korte bezoekjes van lui die alleen een foto maken voor Instagram heeft het dorp in ieder geval niets. Voor je perfecte plaatje maak je maar mooi een foto bij het houten hart dat voor het dorp Casal staat, of bij die grote schommel boven Talasnal,’ schampert Beatrix. De rijk beschilderde deuren tussen afbrokkelende muren hebben nochtans een ruwe aantrekkingskracht.
Het volledige verhaal lees je volgend jaar in Columbus Travel magazine.
|